Ine Nijs
Kraamperiode 2.0. (anno 2020)
Updated: Dec 2, 2020
Lieve Leo,
Terwijl ik deze brief schrijf, lig jij gelukzalig te slapen. Prinsheerlijk. Je bent een wolk van een kind. Een geruste ziel, althans, zo lijkt het.
Bovenop mij, languit in de zetel, daar lig jij het liefst. Of op korte afstand van me, in het grote bed. Je co-sleeper staat nog onuitgepakt in wat ooit jouw kamer zal worden. Het is geen schande om je kind dichtbij te houden, zeker in een jaar als dit.
Daar waar overal afstand moet zijn, daar kies ik – kiezen wij – ervoor om jou voorlopig niet te lossen. Zo heel soms, als we willen eten, of als een toiletbezoek zich opdringt – dan wel. Maar zelfs op die momenten is er al gegoocheld met één hand en/of een toevallige draagzak.
Lieve Leo, mijn heerlijk klein menske…
Ik ga eerlijk zijn: ik had me de afgelopen maanden, het afgelopen jaar, compleet anders ingebeeld. Zorgeloos. Een perfect ingevulde werkagenda (het schrijven en vertellen van liefdesverhalen op huwelijksceremonies), afgewisseld door een zalig lange vakantie in Spanje, en een eindeloze reeks aan lunchkes met vriendinnen. Niets van dat alles. We bleven thuis dit jaar. “Blijf in uw kot”, riep Maggie op, in maart. Alles schoof op, alles kon wachten, alles werd uitgesteld.
Jij groeide, wij groeiden. Jij bewoog, wij bewogen. Jij kwam ter wereld, en ik worstelde.
Een kraamperiode 2.0.: een tijd die ik me had voorgesteld als ‘anders dan na de geboorte van Noah’ – waar kraambezoek dagelijkse kost was. Heel fijn, maar ook heel vermoeiend. Ik zou het deze keer helemaal anders aanpakken. Rust, stilte, veel uren samen doorbrengen zonder zorgen. ‘Het vierde trimester’, zoals ze dat wel eens noemen. Wennen aan mekaar, en heerlijk hechten.
De eerste week van jouw leventje was gevuld met pijn. Liefde, verwondering, geluk, dankbaarheid – ja hoor, dat ook. Maar mijn god, wat deden die naweeën zeer. Zelfs meteen nadat jij ter wereld kwam, kreeg ik geen pauze en maakten de naweeën onmiddellijk deel uit van een dagelijkse strijd. Je zoog zo krachtig aan mijn borsten dat ze aanvoelden alsof ze bont en blauw zagen. En tijdens het voeden, sloegen die naweeën genadeloos hard toe. Je papa was er een hele week lang om zich over ons te ontfermen, en dat deed hij met volle overgave. Na 5 dagen trok de pijn weg. Van de ene dag op de andere. Oef.
In week twee van je leven kwam ik stilletjes weer met mijn voeten op de grond. Maakte de fysieke pijn terug plaats voor grotere zorgen. Kwam de afschuwelijkheid van die rottige kanker waartegen mijn hartsvriendin Lara vecht extra hard binnen.
Een week lang deden wij met twee 100% ons ding. Papa ging werken, en Noah ging naar de crèche. En toen was Maggie weer daar. Of nee, zij bleek intussen vervangen te zijn door Frank. Ik had geen idee, maar onderweg was er een nieuwe regering gevormd. Frank had dezelfde boodschap als Maggie een halfjaar eerder: blijf thuis. Geen volledige lockdown, zoals we meemaakten toen jij nog zeer pril in mama’s buik zat, maar wel een lockdown light waarbij ‘sommige’ winkels gesloten bleven. Zo ook de zaak van je papa.
Twee volwassenen (zonder werk) in huis; dan kon Noah toch moeilijk naar de crèche gaan? En zo besloten wij om, toen jij twee weken oud was, thuis te blijven met ons vier. Een zalige periode om te wennen aan onze nieuwe gezinsconstellatie. Een gezin van vier. Heerlijk, toch?
Vandaag schrijven we zes weken na jouw geboorte. Noah gaat eind deze week terug naar de crèche. Je papa gaat terug werken. De afgelopen weken waren zwaar. Niksdoen, dat typische vierde trimester zonder veel prikkels, daar kwam niets van in huis. Jij liet het niet aan je hartje komen, nooit, jij sliep door alle kreten en verschrikkelijke tractor-tv heen.
Ikzelf vond het best wel binnenkomen. Rekening houden met drie andere mensen in huis, terwijl de jongste nog maar net kwam kijken. Terwijl we mekaar nog moesten leren kennen. Ik vond het tijdens de eerste lockdown al heavy, 24/7 bij mekaar (dat had deels ook te maken met de prille zwangerschapskwalen, de vermoeidheid, de combinatie met (thuis)werk, de bijhorende teleurstellingen toen bleek dat week na week huwelijken gecancelled werden, en een peuter die nog niet op zichzelf kon spelen). Deze keer vond ik alle invloeden vanuit de woonkamer nog eens extra moeilijk te verteren, simpelweg omdat mijn pas bevallen lijf en leden niet opgewassen was tegen de intensiteit van een ‘vol’ huis.
Gelukkig kunnen we rekenen op de enthousiaste hulp van omi en opi om Noah geregeld op te vangen. Een dagje én een nachtje om naar adem te happen: goud waard! Hun onvoorwaardelijke liefde zal je in de loop der jaren ook nog leren kennen...
We hebben er de afgelopen weken ook om kunnen lachen; hoe blij ik was wanneer je broertje zijn dutje deed ’s middags. Hoe mijn gezicht in een glimlach veranderde wanneer je papa aankondigde dat hij een paar uurtjes weg ging voor boodschappen e.d. We hebben sinds jouw geboorte ook écht van mekaar genoten, met zijn allen, met ons vier. En toch…
Vandaag ben ik heel blij dat ik je op mij kan leggen, dat ik de donshaartjes op je hoofd kan besnuffelen zonder enthousiast te zijn over een trein/tractor/auto. Vandaag ben ik gerust, dat ik mezelf kan zijn, op ieder moment van de dag – en als dat betekent dat ik keihard moet janken, dan kan dat, zonder dat ik me moet inhouden. Als ik moet lachen, gieren, grinniken, dan beweeg jij mee bovenop mijn tijdelijk rijkelijk voorziene borstkas.
Want jij, kleine lieve Leo, jij bent mijn sidekickje. Dat ben je al sinds het begin van dit afschuwelijke jaar. Jij bent erbij geweest, op de mooiste momenten dit jaar (die ik op twee handen kan tellen), maar ook op de slechtste. Ik heb geprobeerd om de schone dingen te zien, en af en toe bleken die er ook te zijn. We hebben je broertje in de eerste periode van de lockdown van heel dichtbij zien evolueren: dat was goud waard. We hebben de eerste weken van jouw leven op unieke wijze als gezin kunnen doorbrengen, zonder verplichtingen, zonder (veel) kraambezoek, zonder druk van buitenaf.
Maar soms moet je het gewoon kunnen zeggen hoe het is: 2020 is simpelweg een kutjaar. Ik had het allemaal graag anders gezien, deze kraamperiode 2.0.
En dus, lieve kleine man, ga ik de komende 30 dagen van dit jaar genieten van jouw zachte ronkjes. In alle stilte. Ga ik jou nog eens extra diep inademen. Want de tijd die we nu hebben, komt nooit meer terug.
Ik zie je graag, ik zie júllie graag. Mijn mannen. Hoe verdomd veel geluk heb ik dat ik een gezin van vier mag zien (op)groeien. Ondanks de drukte, ondanks de angst en onzekerheid die dit jaar overheerst, primeert de dankbaarheid voor wat ik heb. Iedere dag.
Lieve Leo, mijn jongste kind. Onze jongste zoon. Je bent geliefd. Gisteren, vandaag en morgen.
