Ine Nijs
Twaalf weken van zoeken en vinden
Twaalf weken ben je vannacht geworden. Twaalf weken, lieve kleine man. Wat is het gevlógen. Twaalf weken waarin wij mekaar beter leerden kennen. Een blind date, ook al zat je negen maanden onder mijn huid, ook al wandelde je zo lang diep vanbinnen met me mee in mijn steeds dikker wordende buik. Dat het heerlijk was, de voorbije twaalf weken. Dat het ook niet altijd gemakkelijk was, de afgelopen twaalf weken. Want het was – en is – allemaal zo nieuw, het is allemaal zo zoeken. Zoeken, en soms vinden.
Zoeken, dat doen wij naar een degelijk slaapritme voor jou. Een dutje in de voormiddag, eentje in de namiddag, en liefst een diepe langgerekte slaap tijdens de nacht. Ikzelf zoek al even niet meer naar datzelfde ritme voor mezelf, en heb me neergelegd bij een nieuwe modus: the “mom-zombie mode”; kortweg de “mombie” genoemd. Na een achttal weken begonnen de onderbroken nachten te wennen, en sindsdien kan je mama weer helder nadenken door de dag, al wek je haar nog steeds elke vier uur om je buikje te vullen. De nachten dat ik je netjes volgens dat uurschema een kleine tiental minuutjes mag voeden, om vervolgens snel weer in te dommelen, dat zijn de nachten om te koesteren. De nachten waar ik iets minder blij van word, dat zijn de nachten waarin ik, gehuld in een badjas en een sportbh met daarin steevast uitpuilende “zoogcompressen”, door de woonkamer sjok, al shhhhhhh’end om je in slaap te sussen. Dat zijn de nachten waarbij mijn wallen ‘s ochtends net wat meer Touche Éclat nodig hebben.
Vinden, dat doen wij in het geluk wanneer we jou zien kraaien van het lachen bij het ontwaken (lees: wanneer jij al wakker bent en ons wekt met je geluidjes, om vervolgens – verrassing! – onze hoofden boven het jouwe te zien verschijnen). Wij dansen van blijdschap wanneer je ogen lachen om onze gekke bekken, en wij zingen met je mee wanneer wij ontdekken hoe je “stootgeluidjes” van enkele weken geleden inmiddels langgerekte “zinnen” lijken te worden. Jezus, wat heb jij soms veel te vertellen…! Wat moet je papa toch met die twee spraakwatervallen in huis?! Oefen jij maar lekker met praten; voorlopig kraaien, lachen, en b(r)abbelen wij met veel enthousiasme terug.

Zoeken, dat doen wij naar rustpunten. Je lijkt soms alle drukte en energie van de dag op te slorpen, om tegen de vroege avond af en toe stevig te ontladen. Nu alle fonkelende wildheid van de kerstdagen gepasseerd is, proberen we jou extra rust te schenken door je ’s avonds in het grote bed te leggen na ons nieuw ingevoerd “avondritueel”. Ook dat is zoeken. Want jij valt niet makkelijk “alleen” in slaap, dat hebben we al meermaals geprobeerd – en we blijven proberen. Niet omdat wij het nodig vinden dat jij in alle eenzaamheid de slaap moet vinden (zo voelt het voor ons aan wanneer we je in het donker ‘achterlaten’ met de babyfoon), maar omdat we denken dat je die rust kan gebruiken. En omdat we denken dat ze op de crèche ook niet met jou op de arm rondlopen tot je wegsnoezeld. We proberen. We zoeken. We falen. We bijten onze tanden stuk iedere keer de babyfoon blauw kleurt, we stoppen je je tutje keer op keer weer in je mondje, en we slaken een (niet te luid) vreugdekreetje wanneer we merken dat je zonder veel omwegen in dromenland bent beland.
Vinden, dat is het aan- en uitdoen van kleertjes en pampers. Van het verschonen, en schoon maken. Want oh boy, wat ben jij een knapperd. Ons lekker ventje, ik zou je kunnen opvreten. Met huid en haar, in hele kleine hapjes. Waar we in die eerste weken soms een halfuur (of meer) nodig hadden voor een outfitwissel, daar kunnen we dat nu in een goeie vijf minuten. We slagen er steeds beter in ergens op tijd te komen. We vinden je het prachtigste mannetje op deze aardbol, en we kunnen het soms nog steeds niet geloven dat alles wat jij bent, helemaal door ons gemaakt is. Geen prototypes, geen standaardbabylijfjes, élk lichaamsdeel, elk klein vezeltje is ontstaan uit wat wij hebben samengebracht. En wat is dat bijzonder…

Zoeken, dat deden we ook naar jouw huilende geluiden. Er bestaan tutorials voor welke “huil” wat betekent. Na deze te hebben geraadpleegd, bleek dat enkele weken extra kennismaking met jou de doorslag gaf om te begrijpen wat jij bedoelt. “Moe”, dat is een zeurende ween – een echte klaagzang soms. “Honger”, dat is de sirene die afgaat – soms denk ik dat de bovenburen van twee verdiepingen hoger óok weten wanneer jij wilt eten. Jij lijkt de term “hangry” soms te hebben uitgevonden. Got it from his momma… (oeps!) “Krampjes”, dat is een huil die gepaard gaat met het strekken van je beentjes en het wild graaien met je armpjes. Dan masseren we je buikje en fietsen we met de voetjes. Wat wij al allemaal gedaan hebben, op de meest onmogelijke uren van de nacht. Soms lachen we met onszelf, en om de absurditeit van de situatie. Maar alles doen we voor jou, alles. En met de grootste liefde van de wereld.
Soms voelt het alsof wij de enige gekken zijn die zo zoeken en vinden. Die niet weten wat doen met dat kleine brokje liefde in hun armen, soms breeduit lachend, en soms luidkeels krijsend. Het voelt alsof we in de jungle zitten met zijn drietjes, en we moeten elke uitdaging samen aan. We zitten diep verborgen in die jungle, in onze eigen grot. Wat daar gebeurt, dat gebeurt nergens anders – zo lijkt het wel. Maar stiekem maakt elke mama – en elke papa – mee wat wij meemaken. Of toch soortgelijk. Elk kind is uniek, en elk kind heeft zijn/haar streken, voorliefdes, moeilijkheden en genotmomentjes – maar toch worstelt iedereen met dezelfde grote en kleine vraagtekens. Want dat blijkt het ouderschap: al doende leren we, en al zoekend vinden we.
Noah Groven. Twaalf weken ben je nu, de beste twaalf weken van ons leven. Al houden we je het allerliefst nog even zo klein mogelijk, we genieten iedere dag om jou te zien openbloeien. We genieten van iedere nieuwe feature die je ontwikkelt. Elk nieuw aspect roept nieuwe vragen op, maar samen vinden we de antwoorden – keer op keer. Samen door de jungle, met zijn drietjes. Happy twelve weeks, little man!
